Bre Uwin
Geboren in Rwanda in 1993

In 1993 zag Bre Uwin het levenslicht in Rwanda, als vijfde en jongste dochter van een groot gezin. Door de oorlog in Rwanda zag het gezin van Bre Uwin zich genoodzaakt het moederland te ontvluchten.
Na heel wat tussenstops kwam het gezin in 1996 aan in België, waar Bre's gezin bijna het enige gekleurde gezin was in een voor het overige witte wereld.
Hieronder lees je haar relaas en hoe zij zich als jonge vrouw ontpopte tot een positief iemand, een boegbeeld voor anderen, op verschillende manieren.
"Ik dicht, ik proza, ik zet letters op papier"
Wanneer je mij vraagt of ik hobby's heb, moet ik je teleurstellen. Ik heb geen georganiseerde, terugkerende activiteiten in clubverband, maar ik geniet wel van slapen, schrijven en zingen. Telt dat?
Ik sta erom bekend dat ik positief in het leven sta, ik zal altijd een silver lining zoeken. Genieten van het leven staat boven aan mijn lijst en als ik onderweg mensen help of opfleur, is dat toch mooi meegenomen? Heb ik slechte dagen, zeker, zelf meer dan sommige anderen. Alles is op mijn gezicht te lezen, maar als je me vraagt hoe het gaat dan keert mijn frons snel tot een lach. Vaak fleur ik al op door te weten dat mensen wel degelijk om elkaar geven.
De meeste mensen denken dat ik veel vrienden heb, maar ik laat eigenlijk niet veel mensen dichtbij komen. Mijn diepste ik, kennen niet veel mensen. Mijn vrienden, mijn familie, mensen die het leven met mij beleven... zij zijn noodzakelijk. Daarnaast zijn er de kennissen, ze zijn er maar maken geen essentieel onderdeel uit van mijn leven. Vallen zij weg, zal ik daar niet erg onder lijden. Persoonlijk trek ik een duidelijke grens tussen kennissen en vrienden. Niet iedereen begrijpt dit. Maar ik moet dit doen om het evenwicht in mijn leven te bewaren.
"Ik werd vaak verwisseld met dat ander, zwart meisje van mijn klas. Ook al waren de contexten waarin wij in opgroeiden totaal anders."
Opgroeien in Geraardsbergen was wit, maar divers. De diversiteit zat in de Oost-Europese mensen die er woonden. Mijn familie was één van de eerste families met Afrikaanse achtergrond. Ik werd vaak verwisseld met dat ander, zwart meisje van mijn klas. Ook al waren de contexten waarin wij in opgroeiden totaal anders. Toen een geadopteerd zwart meisje in mijn school kwam, merkte ik dat ik mij schaamde over dat meisje. Over haar haren bijvoorbeeld: als geadopteerde door een wit gezin, werden haar haren niet echt verzorgt zoals ik gewend was. Omdat we als elkaars projectie werden gezien, werd wat anderen over haar dachten ook iets wat anderen over mij zouden kunnen denken. Elke bruine tiener in een witte omgeving zou zich zorgen maken over haar imago. Gelukkig leerde ik vroeg dat mensen in hun waarde laten een good practice was.
Op school werd er een verschil gemaakt omwille van je huidskleur, dat besefte ik pas goed achteraf. Destijds had ik nog weinig notie van racisme en discriminatie. Dat werd ook niet besproken aan onze eettafel thuis of op school. Maar ik merkte wel dat leerkrachten mij anders behandelden dan de andere kinderen, omdat ze in mij zichzelf niet herkenden.
Het besef dat ik anders behandeld werd omwille van mijn afkomst, sijpelde maar langzaam door. Stereotypen in het hoofd van de ander ontkrachten, is best lastig. Maar zodra ik mezelf de vrijheid geef om niet te leven in het oog van de ander, licht het leven op. Leven voor mezelf is iets dat ik in brussel en buiten belgie heb gevonden en dat hou ik dicht bij mij.